Chris Van Camp: “Ieder zijn publiek”

Editie 2024 van ZuiderZinnen was in een paar opzichten bijzonder te noemen voor mij. Het was de eerste dag dat mijn man - want zo noem je iemand waar je een maand tevoren mee in Las Vegas gehuwd bent - terug onder de mensen kwam na zijn hartfalen. Best spannend. Hij was snel moe en je kon de bezorgdheid lezen op de gezichten van de bekenden die we tegenkwamen. Maar hey, hij leefde en dat was twee weken eerder niet zo vanzelfsprekend. Daarom alleen al vond ik het tijd voor een goede daad. We vergeten te vaak het universum te bedanken. Dus gaf ik mijn eigen tijdslot op bij Bernaerts en ging heel de namiddag presentator Karl van den Broeck, die verhinderd was, vervangen in cinema Lumière.  Leuk om mijn goede vrienden Jeroen Olyslaegers en Nikkie van Lierop te mogen aankondigen, superfijn om het met Anne Provoost over haar nieuwe dichtbundel te kunnen hebben. De namiddag kabbelde voort, de opkomst pendelend tussen volle zaal en sympathiek kliekje toehoorders. Zelf kreeg ik heel wat berichtjes aangaande mijn gezondheid. Toen bij Bernaerts mijn lezing moest beginnen, was een vaag ingelichte ziel zo vriendelijk geweest mij te excuseren omwille van gezondheidsredenen. Maar hey, er waren dus trouwe fans komen opdagen. 

Als ik me met een dier zou moeten vergelijken, is de vleermuis nooit ver weg, maar een hele zonnige namiddag in een van daglicht verstoken bioscoop zitten, doet wat met een mens. Ik moest volhouden tot de afsluiter want niemand minder dan Wim Willaert kwam zijn filosofisch schrijfsel ‘Over Wolken’ voorstellen. De zaal begon goed vol te lopen en toen kwam het bericht dat Willaert niet zou komen opdagen. Ik ben niet graag de brenger van slecht nieuws, maar er zat niets anders op. “Is er dan geen vervanging voorzien?” vroeg een boze mevrouw. Ik hoorde mezelf het principe van de serendipiteit uitleggen: je zoekt het ene, maar vindt het onverwachte. Ik opperde dat ik uit mijn zeer divers oeuvre zou kunnen voorlezen. Een beter startschot had ik niet kunnen geven. Alsof er brand mee gemoeid was, graaide iedereen zijn spullen bijeen en haastte zich richting uitgang. Liefs zonder mij te bekijken. Het was grotesk. Het enige wat ik nog kon doen ter zelfpromotie was de door de microfoon “Chris Van Camp voor al uw evacuaties” zeggen. Ach, zolang je maar effect hebt op mensen, toch. Ieder zijn publiek zoveel is zeker. 

Volgende
Volgende

Dirk Draulans: “Gekrulde haren, gekrulde zinnen”