Columns
Elke zondag delen we een column van een artiest die optreedt op ZuiderZinnen.

Chris Van Camp: “Ieder zijn publiek”
Als ik me met een dier zou moeten vergelijken, is de vleermuis nooit ver weg, maar een hele zonnige namiddag in een van daglicht verstoken bioscoop zitten, doet wat met een mens.

Dirk Draulans: “Gekrulde haren, gekrulde zinnen”
Voor de volgende editie van Zuiderzinnen, waar ik naar uitkijk, want ik heb de vorige gemist, zal ik me nog eens proberen uit te putten in lyrische volzinnen met een klassiek sausje. Ik vernam dat het over de liefde moet gaan, dus het zal niet zonder die andere zinnen kunnen, dubbelop dus, met lyrische volzinnen over ‘gekrulde zinnen’ in de betekenis die veel mensen er blijkbaar aan geven, namelijk liederlijk gedrag.

Luc Huybrechts: “Ook dat is liefde”
“Is dat het enige wat jij hebt?” vroeg ik. Hij knikte, eerder verlegen, of hij zich daarvoor wilde verontschuldigen. “Kruip dan maar voor,” zie ik met een joviaal handgebaar. “Danku,” knikte hij en kwam met zijn grote fles parmantig voor me staan. De dame van middelbare leeftijd (een vreemd begrip, alsof we allemaal van plan zijn om 120 jaar te worden), die net begonnen was haar kar uit te laden, zag hem daar staan en vroeg bijna streng: “ Is da alles wa gij hebt, manneke? Kom dan maar veur mij staan oek.”

Rayan Awad: “Liefde is wat blijft”
In het kamp waar ik opgroeide werd liefde zelden uitgesproken. Het was geen woord, maar een gebaar. Iets dat je leerde herkennen in de stilte. In een moeder die haar honger verborg achter een glimlach voor haar kinderen. In een leerkracht die bleef uitleggen terwijl alles om hem heen afbrokkelde. Liefde was iets dat niet gezegd werd, maar alles betekende.

Jeroen Olyslaegers: “Zo kroon je gezelligheid tot heerser”
Literair georiënteerde mensen durven al wel eens drempeltjes te bouwen rond hun clubhuis, vaak zonder dat ze er zelf bewust van zijn. Op ZuiderZinnen kunnen de drempels moeiteloos worden geslecht, in die mate zelfs dat toeschouwers en schrijvers voor elkaar vaak een spektakel vormen…

Grote tijden
En we hebben de jeugd nodig. Dat bleek nog maar eens toen ik met een van onze jonge vrijwilligers de ronde van onze locaties maakte.

Een ZuiderZinnig dankwoord
ZuiderZinnen is terug en ons rest niets anders dan dankbaar te zijn aan al die mensen die het festival van het woord mee hebben doen herleven.

De magie van ZuiderZinnen
‘Wat maakt dit woordfeest zo speciaal?’ vroeg een van geestdrift overlopende bezoeker me, ‘Wat is de magie van ZuiderZinnen? Hoe kom je aan die vrolijke, berekende chaos waardoor het gaan luisteren naar vaak ernstige schrijvers en dichters een festivalsfeer krijgt?’

Als festival organisator moet je consequent zijn.
Een van de dingen die ik me van mijn vroegste lessen Nederlands heb onthouden waren de pseudoniemen van schrijvers, en dat ik me als kind al afvroeg waarom je in godsnaam een andere naam aan zou nemen als iedereen je echte kent. Wat is er zoveel beter aan Willem Elsschot als je Alphons de Ridder heet, of aan Stijn Streuvels als je als Frank Lateur geboren bent?

Van literatuur een feest maken.
‘Mijnheer, is het zeker dat ZuiderZinnen terug komt?’ vroeg een dame van onbepaalde leeftijd – op een bepaalde leeftijd beginnen die dingen allemaal te vervagen – me. Ze zag er zeer deftig uit, in een mantelpakje en een handtas en schoenen in dezelfde kleur, wat je van deftige dames kan verwachten.

ZuiderZinnen voor ons allen, allen voor ZuiderZinnen!
Oprichter Luc Huybrechts deelt in deze column hoe hij de herstart van ZuiderZinnen ervaart. In deze, de tweede, vertelt hij over einde van de crowdfunding.

Zo is het begonnen
Oprichter Luc Huybrechts deelt in deze column hoe hij de herstart van ZuiderZinnen ervaart. In deze, de eerste, beschrijft hij de geboorte van het Festival van het Woord.