Diane Broeckhoven: “ZuiderZinnen, ZuiderZonnen”
In het jaar 2000 keerde ik na dertig jaar wonen en werken in Nederland terug naar mijn geboortestad Antwerpen, waardoor ik tussen wal en schip viel en de eerste editie van ZuiderZinnen miste. Bij de tweede kreeg ik wel een podium. Het goot de hele dag waardoor er weinig publiek op de been was. Maar vanaf aflevering drie scheen de zon altijd op de derde zondag van september tijdens het Festival van het Woord, zelfs in de jaren dat het noodgedwongen on hold stond. ZuiderZinnen roept per definitie ZuiderZonnen op en dat zal voor de editie 2025 niet anders zijn.
Vanaf 2001 verspreidde ik ik met plezier een portie literatuur op een van de vele beschikbare podia. Zeg nu zelf: een toegankelijker literair festival, dat tegelijk laagdrempelig én hoogstaand is, kent zijn gelijke niet in de lage landen. Voor de prijs van twee broden kunt u er op één middag met enig gepuzzel een overdosis aan literatuur tot u nemen: geschreven, voorgelezen, gedeclameerd, gescandeerd, gerapt en/of gezongen. Daar staan bekende en onbekende BV's, doorgewinterde schrijvers, debuterende dichters en alles daartussen garant voor.
Mijn ZuiderZinnendag begint steevast met een licht gevoel van opwinding: veel te vroeg doorkruis ik de stad van noord naar zuid en geniet van de ongewone stilte in de autoloze straten. Ter hoogte van het museum ontmoet ik de eerste bekenden en zie ik ijverige vrijwilligers op weg naar hun bestemming. Gaandeweg arriveren nog meer vroege vogels, harde werkers, stadsbewoners en van-ver-komers komen uit alle richtingen. De eerste geluiden van de soundcheck weerklinken. Er wordt nog snel een kopje koffie gedronken in de Hopper of in de backstage. Uit dat aarzelende begin groeit een bruisend evenement dat honderden mensen van alle leeftijden en gezindten op de been brengt en dat zichzelf ieder jaar lijkt te overtreffen. Het modewoord 'verbinding' wordt op ZuiderZinnen in vele opzichten zicht- en voelbaar. Café's, restaurants, winkels, scholen, veilinghuizen, theaterzaaltjes zetten hun deuren wijdopen om optredende artiesten en publiek te ontvangen, bereidwillige vrijwilligers leiden het komen en gaan in goede banen. In de loop der jaren heb ik in vele soorten locaties gestaan, alleen of in goed gezelschap. Vaak had ik een duolezing met Ingrid Vander Veken waaronder een gedenkwaardige in hal van het oude KSMK, met zijn tweeën op de burenbank. Behalve collega's en vriendinnen zijn wij namelijk ook Antwerpse (verre) buren. Samen met columnist Jean-Paul Mulders, met wie ik ooit een heel boek bij elkaar correpondeerde, gaf ik er eveneens twee lezingen. Maar evengoed stond ik Hydepark-gewijs op een omgekeerde bierkrat in een IItaliaanse restaurantje of in de naar puberzweet ruikende gymzaal van een school. Waar een auteur zich bevindt om zijn/haar werk de wereld in te sturen maakt niets uit. Wel hoe dat gebeurt: met enthouisasme en bevlogenheid.
Voor mij eindigt ZuiderZinnen ieder jaar met een vleug nostalgie: als ik vanop de vluchtheuvel van tram 4 de laatste bezoekers op de trappen van het KSMK zie zitten als kleurige vlinders tegen de avondlucht, als de finale muziek vanop het grote podium me in flarde tegemoet waait, als Don Vitalski zijn woorden van afscheid spreekt... dan valt ook weer het denkbeeldige doek over ZuiderZinnen. Dan weten we dat de zomer op zijn laatste benen loopt en dat het tijd is om naar binnen te keren.